Een grap is pas leuk als de timing goed is. Wie een auto bestuurt, vermijdt een botsing door op tijd te versnellen en af te remmen. Onze keuzes met betrekking tot timing en tempo maken dagelijks het verschil tussen slagen en falen, tussen succes of rampspoed. Dat geldt ook voor intervisie, coaching en organisatiebegeleiding. Soms komt een interventie net op het verkeerde moment, wil een begeleider te snel gaan of past de zorgvuldige fasering van het begeleidingstraject niet meer bij de 'life events' van degene die begeleid wordt. Kortom: een goede omgang met tijd is een cruciaal onderdeel van ons vak.
In dit themanummer verkennen we het thema tijd en de professionele betekenis ervan. Tijd blijkt dan al gauw meer te zijn dan de objecten die we ervoor bedacht hebben, zoals de klok en kalender. Maar hoe moeten we tijd dan zien en wat kunnen we ermee? Augustinus verzuchtte niet voor niets in zijn Belijdenissen: 'Ik weet precies wat de tijd is, tot iemand me vraagt om het uit te leggen.'
In het hoofdartikel nemen Siets Bakker en Hilbrand Westra je, aan de hand van denkers en historische gebeurtenissen, mee op reis langs verschillende manieren om naar tijd te kijken. Verder lees je in dit themanummer over een toekomstperspectief voor jongeren in detentie (column Jaap van der Spek), de tussentijd en het toelaten van het niet-weten (Marinka van Beek), het oproepen van tijdveranderingen door middel van muziek als behandelritueel (Susanna Bloem, Callope Tsoupaki, Timo Bolt en Jim van Os), vijf tijdwijzers met handelingsperspectief voor coaches (Joris Brenninkmeijer en ondergetekende), het maken van een sfeerovergang in de omgang met transitievraagstukken (Michiel de Ronde), inzichten van filosoof Hartmut Rosa over versnelling, vervreemding en resonatie (Angela Pfaff) en een tijdlijnmethodiek voor begeleidingspraktijk (Lenneke Post).
Daarnaast een interview met Marli Huijer, filosoof en voormalig Denker des Vaderlands, over de tijdvraagstukken in de huidige maatschappij: het hervinden van ritmes, de (on)mogelijkheid van opnieuw beginnen, de toekomst van het sterven en de kunst van het strubbelen.
De werkplek van Sietske Jans-Kuperus laat een glimp zien van de vernieuwing die we als nieuwe redactie hebben ingezet, voortbouwend op een prachtige basis; daarover later meer. Ik hoop dat de 'taal voor tijd' in dit nummer je zowel verwondering als houvast biedt voor je eigen professionele ontwikkeling. Veel inspiratie gewenst!
Jorren Scherpenisse